Minder zorg?
meer buurt!
De enige duurzame oplossing voor oplopende zorgtekorten is het temperen van de vraag. Daarvoor moeten we vaker onze directe omgeving mobiliseren. De buurt als ecosysteem ontwikkelt een aanpak om een transitie in die richting te maken.
De verzorgingsstaat loopt op zijn eind. Dat is te merken in onze directe woonomgeving. Er zijn steeds minder (wijk-)verpleegkundigen en (huis-)artsen om in de almaar uitdijende zorgvraag te voorzien. We kunnen niet door zoals we dat de afgelopen 30 jaar hebben gedaan. Zorgpersoneel wordt schaarser, terwijl de vraag blijft toenemen.
Een weeffout in het huidige stelsel is dat iedere professional een aanbod doet vanuit de eigen ‘koker’. Dat heeft geleid tot een niet afgestemd aanbod, waar inwoners geen touw aan vast kunnen knopen. En dus gaan ze maar weer naar de huisarts, want die is vertrouwd. Deze spiraal moet worden doorbroken. Met het project ‘de buurt als ecosysteem voor maatschappelijke gezondheidszorg’, gaan we na hoe we die omslag kunnen maken.
Wat is onze bedoeling?
Zestien wijkzorgaanbieders doen mee met De buurt als ecosysteem. Zij willen daarmee de rol van de wijkverpleegkundige weer tot volle wasdom laten komen. Het is de bedoeling om aan te sluiten bij burgerinitiatieven. Om die, waar nodig, te ondersteunen met kennis over het voorkomen van ziekte. Met als uiteindelijk doel: een topsamenwerking tussen inwoners, gemeente/welzijn en de eerste- en tweedelijnszorg. Waar nu nog iedere partij een eigen aanbod doet, zal er in deze buurten één gezamenlijke agenda ontstaan. Deze wordt gedragen door alle partijen en afgestemd op behoeften van inwoners.
Hoe we het aanpakken?
In Nederland zijn er in twintig buurten wijkzorgteams opgestaan die graag willen beginnen aan deze transitie. Zij zoeken de verbinding met inwoners, welzijnspartners, gemeente, eerstelijnszorg en ziekenhuizen. Ze hebben een wijk afgebakend van vijf á tienduizend inwoners. Per wijkteam zijn er twee kartrekkers die met deze partijen een buurtnetwerkteam bij elkaar zoeken. Samen maken ze een buurtplan op hoofdlijnen voor twee jaar. Vervolgens beginnen ze gewoon. Kartrekkers bellen aan, bijvoorbeeld bij seniorenflats. Zij maken zich bekend en vragen hoe mensen het leven in de wijk, in deze levensfase ervaren. Wat doen ze zoal met en voor hun buren? En wat zouden ze nog meer willen doen of willen weten? Er ontstaan vaak spontaan ideeën, zoals: koffiedrinken met de bewoners in de flat, waarbij een wijkverpleegkundige en een opbouwwerker aanwezig is. Om met elkaar afspraken te maken over hoe naar elkaar om te kijken. Een ander voorbeeld zijn wijkverpleegkundige spreekuren. Daar krijgen buurtbewoners informatie over bijvoorbeeld huidverzorging: hoe bescherm ik mijn steeds dunnere huid?
Wat is de sleutel tot succes?
Door elkaar te kénnen, kunnen alle partijen veel beter op elkaar aansluiten. Interessant daarbij is dat de welzijnspartners andere buurtbewoners kennen (meer in buurtlocaties) dan de eerstelijnszorg (meer achter de voordeur). Er is direct synergie als deze partijen samen optrekken. Als basis om een buurt als ecosysteem te ontwikkelen, gebruiken we de theorieën van Presentie, Sociale Benadering, Reablement en Positieve gezondheid. Ervaring met Rijnlands organiseren en kennis van corporate antropologie leiden tot een whole system in de room-aanpak. Ook voeren we een dialoog; we zijn nieuwsgierig naar de gewoontes en overtuigingen van de diverse partijen aan tafel. We gaan zonder oordeel in gesprek, alle aspecten op tafel, gezamenlijk naar de toekomst kijken: wat willen wij bereiken? Dat past heel goed in de filosofie van Grondlijn. Evenals het streven naar eenvoudige oplossingen mét de mensen, of dat nu professionals zijn of buurtbewoners.
Hoe ziet de toekomst eruit?
De omslag van ‘zorgen voor’ naar ‘zorgen dat’ is net gestart. Bij aantoonbaar succes wordt er opgeschaald naar meerdere buurten. Er zijn al bewonersinitiatieven die aan de bel trekken: dit willen wij ook in onze buurt. Hoe het gaat uitpakken, zal overal anders zijn. Maar ik ben er zeker van dat na dat uitpakken een mooi cadeau verschijnt.
Ingrid Windmeijer, transitiecoach De buurt als ecosysteem